De politiek lijkt helaas een andere route te kiezen. Tenzij de tweede kamer het definitieve voorstel van de minister alsnog verwerpt. Ondanks dat we momenteel worden overladen met informatie, blijft er heel veel open voor de uitwerking, die zeer beslissend is voor de effecten voor gepensioneerden. De Federatie stelt zich op het standpunt dat de toetsingscriteria, mede opgesteld door de Koepel Gepensioneerden, zoals deze eind 2018 aan minister Koolmees werden overhandigd, de maat zullen zijn waarlangs gemeten gaat worden of we met de nieuwe regelgeving al of niet kunnen instemmen.
Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat de pers te woord over het besluit van vakbond FNV om de beslissing over het pensioenakkoord uit te stellen. © ANP foto ANP/Remko de Waal
Nieuwe pensioenstelsel is onzeker en onnodig complex
OpiniePositieve geluiden over het nieuwe pensioenstelsel zijn op drijfzand gebaseerd, aldus John Ruben, oud-actuaris en oud-directeur pensioenen van het Philips Pensioenfonds.
Regering en sociale partners hebben een voorlopig akkoord bereikt over het nieuwe pensioenstelsel. De achterban van de FNV heeft de stemming uitgesteld tot 4 juli. Er was onvoldoende vertrouwen om op 19 juni al een definitief besluit te nemen. De behoefte aan meer informatie is groot. Van uitstel dreigt afstel. De vraag is of het zover komt. De dreiging van grote kortingen als er geen nieuw pensioenstelsel komt en de koppeling van een nieuw stelsel met de afspraken over de AOW en de tijdelijke afschaffing van boeteregelingen voor vervroegde uittreding bij zware beroepen zullen wel aanleiding zijn om – met tegenzin – in te stemmen. Een neutrale beoordeling van het nieuwe pensioenstelsel wordt daarmee onmogelijk.
En wat krijgen we dan? Een volledig nieuw model voor de opbouw van onze aanvullende pensioenen. De beschikbare premie wordt het uitgangspunt voor het opbouwen van een pensioenvermogen, waaruit te zijner tijd een pensioen wordt uitbetaald. De risico’s komen grotendeels bij de deelnemers te liggen.
Financiële markten
De rekenrente wordt optisch vervangen door een projectierendement, dat uitgangspunt wordt voor het niveau van zowel de premie als de uitkeringen. Dekkingsgraden verdwijnen. Men komt met andere termen, maar het nieuwe stelsel en daarmee de pensioenen voor (toekomstig) gepensioneerden blijven afhankelijk van de financiële markten en economische ontwikkelingen.
Reeds opgebouwde en ingegane pensioenaanspraken worden overgezet naar het nieuwe stelsel. De wijze waarop dat gebeurt levert een stevige discussie op. Dat geldt ook voor de solidariteitsreserve die moet worden opgebouwd uit de premie of de rendementen. Er moet ook nog geld worden gezocht voor compensatiemaatregelen vanwege het afschaffen van de doorsneepremie. Dat moet van de deelnemers zelf of de fondsen komen. En dan hebben we het nog niet over de enorme kostenstijgingen die ook uit de beschikbare premie gefinancierd moeten worden.
Grote gevolgen
Het verleden waarin de oudere generatie een belangrijke bijdrage heeft geleverd voor het overeind houden van het huidige stelsel wordt gewoon vergeten. Op geen enkele manier komt dat terug in de uitgewerkte plannen.
De positieve geluiden over het nieuwe pensioenstelsel zijn op drijfzand gebaseerd. Er wordt selectief omgegaan met de uitkomsten van berekeningen. Er worden economische scenario’s gehanteerd van voor de coronacrisis! In optimistische scenario’s lijkt het of enige verruiming ontstaat, maar dat geldt alleen voor de korte termijn. Voor de langere termijn is onzekerheid troef.
Sociale partners en de besturen van pensioenfondsen krijgen een paar jaar de tijd om allerlei zaken te regelen. Het is een complexe materie en besluiten zullen grote gevolgen hebben voor de deelnemers. Veel pensioenfondsen hebben nu een dekkingsgraad van onder de 100 procent. Of in de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel toch geen kortingen noodzakelijk zijn staat nog ter discussie. Daarbij kun je de vraag stellen of bij de besluitvorming wel voldoende rekening wordt gehouden met het grotendeels verleggen van de risico’s naar de deelnemers. Dat geldt ook voor de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen sociale partners en pensioenfondsen.
Dwang om tot een resultaat te komen
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de dwang om tot een resultaat te komen de realiteitszin heeft overstegen en dat kan nooit goed zijn. Als we de aannames bij het nieuwe pensioenstelsel projecteren op het bestaande stelsel blijkt dat helemaal niets mis is met de financierbaarheid van onze aanvullende pensioenen. Dan hebben we zo’n nieuw en uitermate complex systeem helemaal niet nodig en kunnen we het bestaande gewoon behouden. Voor de meeste deelnemers zijn de pensioenuitkomsten in het nieuwe stelsel straks een black box. De vele moeilijke besluiten die moeten worden genomen, zullen voer zijn voor (nodeloze) discussies.
Het bestaande stelsel heeft zich in een lange periode bewezen. Maatschappelijke ontwikkelingen bleken eenvoudig inpasbaar. Waarom kan dat niet voor de toekomst gelden? De discussie over het huidige pensioenstelsel is niet ingegeven door de vermeende onhoudbaarheid ervan, maar simpel door een in wezen onjuist toezichtsregime dat te weinig of in het geheel geen rekening houdt met de rendementen van pensioenfondsen. Bij het nieuwe pensioenstelsel doen we dat nu wel ten koste van veel onzekerheid en een grote complexiteit. Onvoorstelbaar dat dit zo heeft kunnen gebeuren.
John Ruben is oud-actuaris en
oud-directeur pensioenen van
het Philips Pensioenfonds