Nieuwsbrief 2023-3 (28 maart)
Pensioenfonds PPF (onnodig) voorzichtig met indexatie over 2023 – Federatie vanaf juni met 4 personen vertegenwoordigd in het Verantwoordingsorgaan.

Nieuwsbrief nummer 3
  28 maart 2023

Pensioenfonds PPF (onnodig) voorzichtig met indexatie over 2023 – Federatie vanaf juni met 4 personen vertegenwoordigd in het Verantwoordingsorgaan.

Een paar dagen voor de feitelijke uitvoering van de pensioenaanpassingen voor 2023 per 1 april, heeft PPF vandaag bekend gemaakt met welke percentages de pensioenen dit jaar omhoog gaan, en uiteraard de aanspraken voor de actieven.

Eerst de feiten.

PPF kondigt aan de pensioenen over 2023 voor gepensioneerden en “slapers” per 1 april te verhogen met 4,0%. Voor de nog actieven ligt 2,1% verhoging voor, maar wel in combinatie met een verhoging van de toegezegde opbouw dit jaar van 1,65% naar 1,85%.

Dan de overwegingen.

Bij het indexatie-besluit over 2022, waar op basis van de beleidsuitgangspunten voor de gepensioneerden en slapers de indexatie uiteindelijk 7,78% (gepensioneerden) resp. 1,98% plus 1,65% opbouw (actieven) bedroeg, heeft het pensioenfonds aangekondigd na te willen denken over het indexatiebesluit voor de jaren die liggen tussen nu en de daadwerkelijke invoering van de nieuwe pensioenwet (als die doorgang vindt). De indexatie-operatie vorig jaar had behoorlijk ingehakt op de aanwezige buffers en men achtte het in het belang van alle deelnemers dat er een redelijk omvangrijke buffer overblijft om bij het “invaren” ook wat te verdelen te hebben. Uitgangspunt was de omvang van de verhogingen te dempen en het verschil tussen de resultaten van de beide indexatieregelingen voor actieven en gepensioneerden te minimaliseren.

En vervolgens onze visie.

De Federatie heeft bij voortduring aangegeven wel te kunnen begrijpen dat er een behoorlijke buffer dient over te blijven in geval van invaren, maar heeft recentelijk ook gesteld dat:

1. Met de inmiddels sterk gestegen rente en veel lagere inflatie dan zeg een half jaar geleden dit nu niet meer nodig is.
2. Wij niet kunnen leven met een indexatie die “kunstmatig” laag gehouden zou worden vanwege de afspraken die een gehavend Philips maakt met de sociale partners.
3. We moeten beseffen dat het reserveren van een potje voor het invaren, voor een gedeelte van de gepensioneerden mogelijk te laat komt.

De Federatie ziet zich gesterkt in haar standpunten gezien het feit dat bij hantering van de “normale” beleidsuitgangspunten van PPF de maximale indexatie al zou worden beperkt tot 5,0% (dit komt omdat de grens voor volledige indexatie dit jaar niet meer op 124% ligt maar op 138%, zodat maar zo’n twee-derde van de inflatie van 7,6% mag worden uitbetaald). Dat is weliswaar een vol procent hoger dan de 4% waartoe is besloten, maar gezien de financieel gezonde situatie van het fonds geen probleem.

We zijn wel blij dat PPF geluisterd heeft naar ons argument om gepensioneerden niet te laten ‘betalen’ voor de lage CAO-loonsverhogingen voor actieven.

PPF stelt, en niet ten onrechte, dat voor de beoordeling van deze indexatie-stap ook de verhoging van vorig jaar wordt meegenomen, de 4,0% van dit jaar opgeteld bij die van 7,78% vorig jaar geeft een totaal van zo’n twaalf procent. Daarmee kan dit de vergelijking met de meeste andere fondsen goed doorstaan.

De Federatie stelt aldus vast dat het veranderen van het staande beleid, wat dus tot 5,0% i.p.v. 4,0% verhoging zou hebben geleid, niet tot al te significante financiële impact zou hebben geleid en daarmee niet noodzakelijk was geweest. Wel is zij content met het feit dat het geen 2,1% geworden is voor álle deelnemers.

PPF stelt in haar beleidsaankondiging in Generaties #43 de komende jaren bij de besluitvorming een aantal externe factoren te laten meewegen; er wordt wel duidelijk gemaakt in de aankondiging welke rol deze factoren uiteindelijk hebben gespeeld bij het indexatiebesluit 2023, maar er ontbreekt een meer kwantitatieve onderbouwing. We zullen het Fonds nader bevragen op haar overwegingen op deze punten.

De Federatie heeft in de januari nieuwsbrief aangegeven eventueel juridisch te willen toetsen of het tussentijds aanpassen van het indexatie-besluit, op de wijze zoals het gegaan is, wel een wettelijke basis heeft. Deze vraag ligt inmiddels voor bij onze adviseur.

Verkiezingen voor het Verantwoordingsorgaan.

De verkiezingen voor een nieuw Verantwoordingsorgaan, die in april zouden plaatsvinden zijn niet nodig gebleken. De Federatie is namelijk de enige organisatie die een lijst heeft ingediend en er hebben zich ook geen individuele kandidaten aangemeld. Dat betekent dat de Federatie alle vier de zetels zal innemen in de volgorde van de door ons ingediende lijst.
De huidige leden Ad Verhagen en Jan Kuperus (namens de FNV) zullen aftreden omdat zij de maximale twee termijnen hebben uitgediend. Veel dank voor hun bijdrage over de afgelopen acht jaar. De huidige voorzitter van de VO, Eric Coutinho zal op zijn eigen verzoek ook niet terugkeren, en eindelijk de tijd krijgen om een aantal voor hem belangrijke dingen te doen waar de tijd hem aan ontbrak de afgelopen jaren. Vanuit de Federatie alle waardering voor de belangrijke rol die Eric gespeeld heeft.
Behoudens een formele goedkeuring van het PPF bestuur betekent dit dat de volgende leden voor het VO in juni zullen worden benoemd: Wiebo Vaartjes, Roland Takken (zittend lid van VO), Geert Schuurmans en Paul van der Steen. Zij zullen zich volgende week aan u presenteren op de ALV van de Federatie/LBPG op 5 april. U kunt zich hier nog voor inschrijven.

Graag uw reactie naar communicatie@federatie.nl