Nieuwsbrief 2023-4 (3 juni)
Nieuwe pensioenwet is een feit.

Nieuwsbrief nummer 4
  3 juni 2023

Nieuwe pensioenwet is een feit.

De Eerste Kamer heeft eergisteren ingestemd met de nieuwe pensioenwet. Het kabinet wist met steun van Groen Links en de PvdA deze niet geheel onomstreden wet over de streep te trekken onder meer door pensioenfondsen 1 jaar meer tijd te geven voor de implementatie. Die moet nu door iedereen uiterlijk per 1 Januari 2028 zijn afgerond.
Voor velen, ook voor het Bestuur van FPVG, kwam dit akkoord niet onverwacht.
Over de wijziging van het pensioenstelsel wordt al meer dan een decennium gedebatteerd en dit debat is met deze wetswijziging tot een conclusie gebracht.

De hoofdstructuur van het Nederlandse pensioenstelsel blijft overeind. Het stelsel kent immers nog steeds 3 pijlers: de AOW als eerste pijler, dan de pensioenvoorzieningen via werkgevers en tot slot de mogelijkheid om privé bij te sparen.
De wet heeft echter belangrijke consequenties voor de 2e pijler te weten de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen. Die wijzigingen zijn veelomvattend en bijzonder ingrijpend. In essentie gaat het betekenen dat voor iedereen een persoonlijke pensioenrekening wordt berekend en vervolgens bijgehouden (het persoonlijke ‘pensioenpotje’) waarbij het pensioen meer direct gaat ‘mee-ademen’ met de beleggingsresultaten zoals die door het Pensioenfonds worden behaald. In eerdere nieuwsbrieven maar ook in de media is hier uitgebreid aandacht aan besteed.

Met deze wetswijziging zijn de sociale partners nu echt aan zet. Ook bij Philips zijn de gesprekken tussen de sociale partners inmiddels weer opgestart na een periode waarin weinig voortgang werd geboekt. Er moeten nu op korte termijn besluiten worden genomen over het type regeling (de solidaire of flexibele regeling), wel of niet invaren van oude rechten, wel of niet aanhouden van reserves en zo ja, van welke omvang, het compenseren van de effecten van het afschaffen van de doorsneesystematiek en de verantwoording van de evenwichtigheid in de besluitvorming (vergelijking huidige en toekomstige regeling).
De focus verschuift dus op korte termijn naar het formuleren van het zogenaamde transitieplan en op wat langere termijn naar de uitvoering daarvan.

Op weg naar dat transitieplan speelt het hoorrecht een belangrijke rol. Via het recht om gehoord te worden kan de FPVG namens de gepensioneerden aangeven hoe zij aankijkt tegen de consequenties van de nieuwe wet en welke besluiten dienaangaande dienen te worden genomen om de belangen van de gepensioneerden zo goed mogelijk te dienen. Het Federatie Bestuur stelde daartoe al eerder een position paper op waarin de standpunten zijn opgenomen. Met dit position paper zullen we de gesprekken met de sociale partners in het kader van het hoorrecht nu op korte termijn gaan vervolgen.

Philips richt zich op implementatie van de nieuwe wet in haar regelingen per 1 Juli 2026. Dat betekent dat de sociale partners nog dit jaar tot hun besluiten moeten komen om die vervolgens in de loop van 2024 te kunnen vertalen naar een transitieplan. Het Fonds heeft dan nog ruim een jaar nodig om de overgang goed te kunnen inregelen.

Of de geboden ruimte van dat extra jaar (definitieve implementatie uiterlijk per 1 Januari 2028) nog tot aanpassing van dit tijdschema gaat leiden is op dit moment nog niet bekend.
De FPVG is van mening dat de sociale partners dit extra jaar niet moeten aangrijpen om de belangrijke keuzes verder voor zich uit te schuiven. Het is nu van belang dat de deelnemers snel duidelijkheid krijgen over wat e.e.a. nu precies voor hen gaat betekenen, en de Federatie roept hen dan ook op snel tot een transitieplan te komen zodat het Pensioenfonds aan de slag kan met de gevolgen op individueel niveau.
De volgende stap in dit proces zijn dus de gesprekken tussen Federatie Bestuur en sociale partners in het kader van het hoorrecht.
Van het verloop en de uitkomsten daarvan houden we u uiteraard op de hoogte.

Uw reacties zijn welkom: communicatie@federatie.nl